
Valproate Retard EG 300Mg Verl Afgifte Tabl 100
Niet op voorraad
Neem contact op met ons via telefoon of e-mail, dan bekijken we samen de mogelijkheden.
Onze Leveringsmethodes:
Afhalen in de apotheek
Dit is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder medisch advies, bewaren buiten bereik van kinderen, lees aandachtig de bijsluiter. Vraag raad aan uw arts of apotheker. In geval van bijverschijnselen, neem contact met uw huisarts.
Geneesmiddelen zijn geen gewone producten. Ze kunnen nooit teruggenomen of geruild worden. De wet verbiedt apothekers om ongebruikte geneesmiddelen terug te nemen. In het belang van uw veiligheid worden alle geneesmiddelen die u terugbrengt naar de apotheek gesorteerd bij de vervallen geneesmiddelen.
Als apothekers bieden we ook farmaceutische zorg. Na aankoop van een geneesmiddel of medisch hulpmiddel kun je ook contact met ons opnemen als je vragen hebt. Aarzel niet om contact met ons op te nemen via mail of telefoon.
Lees meer over Indicatie , Samenstelling , Interacties , Bijwerkingen , Contra indicatie , Gebruik , Gegevens en Bijsluiter .
Epilepsie
- Gegeneraliseerde epilepsie in de vorm van absenties, myoclonieën en tonisch-clonische aanvallen
- Partiële (focale) epilepsie en secundair gegeneraliseerde epilepsie, en als combinatiebehandeling indien deze vormen van epilepsie niet reageren op de gebruikelijke anti-epileptische behandeling
Het werkzame bestanddeel is:
- natriumvalproaat
Eén tablet met verlengde afgifte bevat 200 mg natriumvalproaat en 87 mg valproïnezuur (overeenkomend met 300 mg natriumvalproaat).
De andere bestanddelen zijn:
- kaliumacesulfaam
- basisch gebutyleerd methacrylzuur copolymeer
- dibutyl-sebacaat
- hypromellose
- natriumlaurylsulfaat
- magnesiumstearaat
- colloïdaal waterhoudend silicium
- tita-niumdioxide (E171)
Gebruikt u naast Valproate Retard EG nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
De werking en soms de bijwerkingen van Valproate Retard EG worden versterkt door:
felbamaat (gebruikt voor de behandeling van epilepsie) cimetidine (gebruikt voor de behandeling van maagzweren) erythromycine (gebruikt voor de behandeling van bacteriële infecties) acetylsalicylzuur (een geneesmiddel tegen koorts en pijn): acetylsalicylzuur vermindert de binding van valproïnezuur aan bloedproteïne. Hierdoor kan het schadelijke effect van valproïnezuur op de lever toenemen. Zie ook rubriek "Kinderen en adolescenten" onder 2. "Wat u moet weten voordat u Valproate Retard EG inneemt".
De werking van Valproate Retard EG wordt verminderd door:
fenobarbital, primidon, fenytoïne, carbamazepine (andere geneesmiddelen tegen epilepsie), mefloquine (een geneesmiddel voor malaria), rifampicine (een medicijn tegen tuberculose), carbapenems (antibiotica voor de behandeling van bacteriële infecties, zoals imipenem, panipenem en meropenem). Vermijd het gebruik van valproïnezuur op hetzelfde moment als carbapenems, omdat dit de effectiviteit van valproïnezuur kan verminderen. proteaseremmers zoals lopinavir of ritonavir (geneesmiddelen voor de behandeling van HIV-infecties), cholestyramine (geneesmiddel om bloedvetten te verlagen), oestrogeenbevattende producten (waaronder bepaalde hormonale anticonceptiepreparaten), metamizol (een geneesmiddel tegen pijn en koorts), methotrexaat (gebruikt om kanker of ontstekingsziekten te behandelen).
De werking van Valproate Retard EG kan versterkt of verminderd worden door:
gelijktijdige toediening van fluoxetine (een antidepressivum). De concentraties van valproïnezuur (de werkzame stof van Valproate Retard EG) in serum kunnen verhoogd zijn, maar er werden ook gevallen gemeld waarbij ze verlaagd waren.
Valproate Retard EG versterkt de werking en soms de bijwerkingen van:
fenobarbital, primidon, fenytoïne, carbamazepine, lamotrigine, felbamaat (geneesmiddelen tegen epilepsie), neuroleptica (geneesmiddelen tegen psychische stoornissen), benzodiazepinen (geneesmiddelen tegen angst en spanning), barbituraten (kalmeringsmiddelen), MAO-remmers (antidepressiva) en andere geneesmiddelen tegen depressie, codeïne (hoestdrank), zidovudine (een geneesmiddel voor de behandeling van HIV-infecties), geneesmiddelen die de bloedstolling verhinderen (bijv. vitamine K-antagonisten of acetylsalicylzuur). De bloedingsneiging kan toenemen. rufinamide (een geneesmiddel tegen epilepsie) (voorzichtigheid is geboden, vooral bij kinderen), propofol (een verdovend middel), nimodipine (geneesmiddel voor de behandeling van hersenfunctiestoornissen).
Bij kinderen kan de serumspiegel van fenytoïne (een ander geneesmiddel tegen epilepsie) verhoogd zijn als het gelijktijdig wordt gegeven met clonazepam (een benzodiazepine, geneesmiddel tegen angst en spanning en tegen epilepsie) en valproïnezuur.
- Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
De volgende frequentiegegevens worden gebruikt bij de evaluatie van de bijwerkingen:
Zeer vaak: kan meer dan 1 op 10 mensen treffen Vaak: kan tot 1 op 10 mensen treffen Soms: kan tot 1 op 100 mensen treffen Zelden: kan tot 1 op 100 mensen treffen Zeer zelden: kan tot 1 op 10.000 mensen treffen Niet bekend: kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald
Vertel het uw arts of apotheker als een van de volgende bijwerkingen ernstig wordt of langer dan een paar dagen aanhoudt; mogelijk hebt u medische behandeling nodig:
Neoplasmata, benigne, maligne en niet-gespecificeerd (inclusief cysten en poliepen)
Zelden: Misvorming van voorloperbloedcellen in het beenmerg (myelodysplastisch syndroom, zoals blijkt uit het bloedbeeld).
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Vaak: Verminderd aantal rode bloedcellen (anemie), bloedplaatjes (trombocytopenie) of sterk verminderd aantal witte bloedcellen (leukopenie).
Soms: Sterk verminderd aantal van alle bloedcellen (pancytopenie).
Zelden: Verstoorde beenmergfunctie met een verminderd aantal witte bloedcellen (lymfopenie, neutropenie), met een sterk verminderd aantal van bepaalde witte bloedcellen (agranulocytose), met een gebrek aan vorming van rode bloedcellen (aplasie) of met de vorming van vergrote rode bloedcellen in normale (macrocytose) of verminderde aantallen (macrocytaire anemie). Dit is te zien aan het bloedbeeld en uit zich soms in verschijnselen zoals koorts en ademhalingsmoeilijkheden.
Endocriene aandoeningen
Soms: Verhoogde niveaus van antidiuretisch hormoon (syndroom van ongepaste secretie van antidiuretisch hormoon).
Hersenaandoeningen (chronische encefalopathie) met verstoringen van de hersenfunctie en het mentale functioneren werden zelden gemeld, vooral bij hogere doses of bij gelijktijdige inname met andere geneesmiddelen tegen epilepsie.
Niet bekend: Slaperigheid.
Bij langdurige behandeling met Valproate Retard EG, vooral bij gelijktijdige inname met fenytoïne (een ander geneesmiddel tegen epilepsie), kunnen tekenen van hersenbeschadiging (encefalopathie) optreden: toename van aanvallen, lethargie, versuffing, verminderde spiertonus (musculaire hypotonie) en ernstige algemene veranderingen in hersengolfregistraties (EEG).
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen
Vaak: Gehoorverlies (soms permanent).
Niet bekend: Tinnitus (oorsuizen).
Bloedvataandoeningen
Vaak: Spontane blauwe plekken of bloedingen (zie ook rubriek 2 "Waarschuwingen en voorzorgen" en "Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid").
Soms: Ontsteking van de bloedvaten (vasculitis).
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Soms: Ademhalingsmoeilijkheden en pijn door buikvliesontsteking/vochtophoping tussen de longen en de borstkas (pleurale effusie).
Maagdarmstelselaandoeningen
Zeer vaak: Misselijkheid.
Vaak: Braken, tandvleesontsteking (voornamelijk overmatige groei van het tandvlees), ontsteking van het mondslijmvlies (zweertjes, zwelling, zweertjes en branderig gevoel in de mond), diarree, vooral aan het begin van de behandeling, evenals klachten van de bovenbuik, die meestal na een paar dagen verdwijnen zonder stopzetting.
Soms: Beschadiging van de alvleesklier, soms met de dood tot gevolg (zie ook "Waarschuwing" in rubriek 2 "Waarschuwingen en voorzorgen"), toegenomen speekselvorming (vooral aan het begin van de behandeling).
Lever- en galaandoeningen
Wanneer mag u Valproate Retard EG niet gebruiken?
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Als u of iemand in uw familie eerder een ernstige leverfunctiestoornis heeft gehad of als u een ernstige lever- of pancreasfunctiestoornis heeft,
Als een van uw broers of zussen leverfunctiestoornissen heeft gehad die hebben geleid tot de dood tijdens de behandeling met valproïnezuur,
Als u een aangeboren of verworven stofwisselingsstoornis van het bloedpigment (leverporfyrie) heeft,
Als u een bloedstollingsstoornis heeft,
Als u een genetisch probleem heeft dat een mitochondriale stoornis veroorzaakt (bijv. Alpers-Huttenlocher syndroom),
Als u een verstoring van de ureumcyclus hebt (een bepaalde stofwisselingsstoornis).
Als u een onbehandeld tekort aan carnitine hebt (een zeer zeldzame stofwisselingsziekte).
Bipolaire stoornis
Bij bipolaire stoornis mag u Valproate Retard EG niet gebruiken als u zwanger bent.
Als u een vrouw bent die in staat is om een kind te krijgen, mag u Valproate Retard EG niet gebruiken bij bipolaire stoornis, tenzij u een effectieve zwangerschapspreventie (anticonceptie) gebruikt tijdens uw gehele behandeling met Valproate Retard EG. Stop niet met het innemen van Valproate Retard EG of uw anticonceptie, totdat u dit met uw arts heeft besproken. Uw arts zal u verder adviseren (zie hieronder onder "Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid - Belangrijk advies voor vrouwen").
Epilepsie
Bij epilepsie mag u Valproate Retard EG niet gebruiken als u zwanger bent, tenzij niets anders voor u werkt.
Als u een vrouw bent die in staat is om een baby te krijgen, mag u Valproate Retard EG niet gebruiken bij epilepsie tenzij u een effectieve zwangerschapspreventie (anticonceptie) gebruikt tijdens uw gehele behandeling met Valproate Retard EG. Stop niet met het innemen van Valproate Retard EG of uw anticonceptie, totdat u dit met uw arts heeft besproken. Uw arts zal u verder adviseren.
Volwassenen en kinderen > 6 jaar
- Startdosis: 5 - 10 mg/kg/dag
- Geleidelijke verhogingen van 5 mg/kg om de 4 - 7 dagen
- Onderhoudsdosering
- Kinderen > 6 jaar: 30 mg/kg/dag
- Adolescenten: 25 mg/kg/dag
- Volwassenen: 20 mg/kg/dag
Toedieningswijze
- De dagelijkse dosering verdelen in 1-2 giften
- De tabletten in hun geheel of in twee delen met een ruime hoeveelheid vloeistof innemen
- 's morgens op een nuchtere maag innemen (in geval van gastrointestinale bijwerkingen: tijdens of na de maaltijd)
CNK | 2455772 |
---|---|
Organisaties | Eurogenerics (EG) Generics & Consumer |
Merken | Eurogenerics (EG) |
Breedte | 85 mm |
Lengte | 148 mm |
Diepte | 77 mm |
Hoeveelheid verpakking | 100 |
Actieve ingrediënten | valproaat natrium, valproïnezuur |
Behoud | Kamertemperatuur (15°C - 25°C) |